CIMEDART
Tijdschrift voor filosofie
sinds 1969



Redactioneel

De kracht van herhaling

Tonya Sudiono


Alles van waarde is weerloos - het is misschien de meest bekende dichtregel van de Nederlandse dichter Lucebert, en het zou gemakkelijk voor de filosofie kunnen opgaan. Wijsbegeerte is volgens ons waardevol, maar zij lijkt kwetsbaar sinds het gure neoliberale windje steeds luider door de universitaire gangen waait.

Vorig jaar bewezen studenten, docenten en sympathisanten dat wat van waarde is, niet per definitie weerloos hoeft te zijn. Een nooit eerder vertoonde eensgezindheid hield ons op de been tijdens demonstraties, gedurende lange vergaderingen voor hervormingen, of bij het overdenken en bekritiseren van de huidige machtsstructuren. Met als doel: kwalitatief hoogstaand, duurzaam en persoonlijk onderwijs.

Hoe maken wij wat van waarde is, weerbaar? Nu het protestvuur van de Maagdenhuisbezetting tot waakvlamformaat is teruggeschroefd, hoopt iedereen natuurlijk dat er voldoende vruchtbare as is neergedaald om een duurzame academische gemeenschap als een feniks uit het bezuinigingsstof te doen herrijzen. Eva Groen-Reijman pleitte in De Pen (Cimedart 45#3) al voor onderling vertrouwen in elkaars toeweiding, en eerlijke procedures die ruimte bieden voor inclusieve deliberatie. Ondertussen heeft een groep studenten en docenten maar het zekere voor het onzekere genomen door uit voorzorg een aanvullend academisch platform op te richten: de Bildung Academie. Dan zijn we tenminste zeker dat de humboldtiaanse traditie ergens wordt voortgezet, moeten ze hebben gedacht.

Terug naar het ouderwetse UvA onderwijs. Bij het college Art and modernity stelde professor Früchtl dat de tijdgeest bovenal voelbaar wordt in de muziek, poëzie en kunst. Hij droeg een stuk voor uit het geweigerde openingsgedicht, dat namens de Centrale Studentenraad was ingediend voor de opening van het academische jaar. Het eindigt als volgt: ‘Maar in ons Maagdenhuis waren we jong, en rijk, en vreesden we bijna niets, op misschien wat levenslessen na. En de doodvermoeiende kracht van de herhaling.’

Ironisch genoeg blikt het gedicht vooruit op de herhaling waar het UvA bestuur in dreigt te vervallen: censuur tegenover alles wat (tegen)geluid biedt. Als dit de voorbode is voor het komende jaar, dan zie ik het somber in.